The Warlike Origins of 'Going Dutch'

Aan het einde van een maaltijd in een restaurant, beslissen wie betaalt en hoeveel kan beladen. Maatschappelijke normen hebben de neiging om te dicteren als één persoon zijn creditcard uitgooit, of als iedereen "Nederlands" moet worden: dat wil zeggen, betaal hun eigen aandeel.

"Going Dutch" kan snel ingewikkeld worden, met het optellen van belastingen, fooi en afzonderlijke rekeningen. Maar de oorsprong van de term is nog complexer: waarschijnlijk komt dit voort uit een eeuwenoud geschil tussen Engeland en Nederland dat een hoop oncomplete zinnen in het Engels achterliet, allemaal geworteld in het woord 'Nederlands'.

In de 17e eeuw streden de Republiek en de Engelsen om de internationale handel, koloniën en overheersing van de zeeën. Vanaf 1652 vochten Nederlanders en Engelsen in de volgende 22 jaar drie oorlogen, waarbij ze vochten om alles van haring tot het huidige New York. Propaganda betekende dat relaties snel verzuurde, en zowel de Engelsen als de Nederlanders beschouwden plagen en branden in het andere land als een straf voor God.

Naamgeving werd gebruikelijk in pamfletten en houtsneden. De Nederlanders beweerden dat de Engelsen zelf afstamden van de duivel en daarom staarten hadden. De Engelsen namen wraak door de Nederlandse "boterdozen" en dronkaards te bellen. De vijandschap bleef hangen, zelfs toen de oorlogen minder frequent werden. In de volgende eeuwen kwam het woord "Nederlands" in het Engels uiteindelijk om iets sub-par te beschrijven.

Een Nederlandse oven verdient zijn denigrerende naam niet. patspinney / CC BY 2.0

De beledigingen kwamen snel en dik. Nederlandse soldaten hadden volgens de Engelsen "Nederlandse moed" nodig, of een door alcohol aangedreven bravoure, om te vechten. Een 'Nederlandse oom' was een strenge en gezaghebbende figuur, geen aardige oom. "Nederlandse feesten" waren feesten waarbij de gastheer eerst dronken werd, terwijl een "Nederlandse afrekening" een geclassificeerde rekening met onverwachte kosten was. "Nederlandse troost" was de kleine troost dat een slechte situatie niet erger was.

In essentie, schrijft Peter Douglas van het New Netherland Institute, "Nederlands" impliceerde alles wat tegengesteld of inferieur was aan de manier waarop het had moeten zijn, en vaak werd de term gebruikt voor alles van grove beledigingen tot mogelijk zelfs kookgerei. De Nederlandse oven, een dekselpot dat kan worden gebruikt om te bakken, kan al dan niet deel uitmaken van deze trend: het is niet echt een oven, maar de Nederlanders zijn er misschien gewoon goed in geweest om ze te produceren.

'Om Nederlands te gaan' is echter een Amerikaanse term. Zoals Jonathan Milder schrijft Vermaken van het oude Rome naar de Super Bowl, een van de eerste minachtende verwijzingen naar een "Nederlandse traktatie" - dat wil zeggen, niet echt iemand anders behandelen - verschijnt in een New York Times artikel uit 1877. De term valt samen met wat Milder 'de eeuwenoude Britse sport van spot met de Nederlanders' noemt, maar kan ook een verwijzing zijn naar de hedendaagse Duits-Amerikaanse gewoonte van iedereen die zijn eigen drankje koopt (Nederlands is een verwarde verwijzing naar Deutsch, of "Duits").

Natuurlijk had het kleinerende gebruik van het woord "Nederlands" consequenties. In 1934, zo schrijft Milder, heeft de Nederlandse regering ambtenaren de opdracht gegeven om de term 'Nederlanders' niet te gebruiken om het stigma te ontwijken. De meeste 'Nederlandse' terminologie lijkt echter tegenwoordig vrij ouderwets. Het is een passend lot voor een taalkundige praktijk gebaseerd op eeuwenoude haat.

Gastro Obscura bestrijkt 's werelds meest wonderbaarlijke eten en drinken.
Meld je aan voor onze e-mail, twee keer per week afgeleverd.