Een andere verrassende en even verontrustende rimpel van deze geschiedenis van vrouwen in de wetenschap: Maria Goeppert Mayer voerde het werk uit dat de meest begeerde en prestigieuze prijs van haar natuurkunde won in onbetaalde en 'vrijwillige' posities. Pas toen ze achter in de 50 was, slechts drie jaar voordat ze de Nobelprijs won, huurde een universiteit haar voltijds in.
Mayer werd geboren in 1906 en groeide op in Göttingen, een beroemde Duitse universiteitsstad vol met professoren die bekend staan om hun wiskunde. Na het beginnen van haar studies in de wiskunde stapte Goeppert Mayer over naar de natuurkunde, nadat hij gefascineerd was geworden door de kwantummechanica. Nadat ze met haar man, een chemicus, naar Amerika verhuisde, bracht ze jaren door bij Johns Hopkins, Columbia University en University of Chicago, waar ze haar werk in de natuurkunde voortzette buiten elke officiële academische structuur. Tegenwoordig worden academische stellen vaak samen aangeworven en aangenomen, maar in de jaren dertig schrokken universiteiten ervan banen te schenken aan de partners van hoogleraren - lees: hun vrouwen, hoe getalenteerd ook. In Chicago werd Goeppert Mayer tot hoogleraar benoemd, maar kreeg ze geen salaris voor haar werk.
Toen ze in Chicago was, verdiepte ze zich in haar werk over de oorsprong van elementen, wat leidde tot het werk dat haar de prijs zou opleveren. Ze ontwikkelde wat bekend staat als het 'nucleaire schaalmodel', dat verklaart hoe nucleaire deeltjes zichzelf organiseren in atomen. Ze publiceerde haar baanbrekende werk in 1948 in Fysieke beoordeling. Een afzonderlijk team van wetenschappers had onafhankelijk dezelfde conclusies getrokken: zij deelde de Nobelprijs met hen.
Tegen die tijd had Goeppert Meyer slechts drie jaar lang een betaald hoogleraarschap gehad. In 1960 benoemde de University of California, San Diego haar tot een voltijdbaan. Maar toen ze de prijs won, identificeerden kranten haar als een 'San Diego-moeder'.