Middens en andere afvalputten zijn gemeenschappelijke kenmerken van archeologische opgravingen. Maar studenten uit het Vikingtijdperk van Denemarken neigen ertoe te denken dat plattelandszettingen zoals deze geen speciale badkamers voor mensen hadden. In plaats daarvan geloofden ze dat mensen hun ontlasting waarschijnlijk als meststof voor velden gebruikten en hun schuur misschien als toilet gebruikten, waarbij ze hun eigen afval met dierlijk afval mengden.
Maar Anna Beck, een promovendus die werkte met het Museum Zuidoost-Denemarken, vond een put met een laag die ze, na analyse, bepaalden uit menselijke uitwerpselen. De laag had een hoge concentratie aan gemineraliseerde zaden, pollen en vliegenpoppen, allemaal tekenen dat deze laag was gevormd uit uitwerpselen. Het stuifmeel gaf aan dat het menselijk afval was, omdat die hoge concentratie stuifmeel afkomstig zou zijn van honing, gebruikt als voedsel voor mensen, en niet als voedsel voor dieren.
Beck vond ook twee postholes, wat aangeeft dat het toilet zich in een zelfstandig gebouw bevond. Uitgaande van de laag, vonden de archeologen dat het ongeveer 1000 jaar oud was, wat dit de oudste bekende badkamer in Denemarken zou maken.
Zoals Ars Technica schrijft echter dat er controverse rond deze vondst bestaat. Niet iedereen gelooft dat het bewijs absoluut bij een toilet hoort, en de directeur van een ander Deens museum beweert dat de eerste landelijke toiletten pas in de jaren 1800, volgens andere bronnen, verschenen.