Elk tijdperk en elke regio heeft de draak gevreesd en geëerd, van Aziatische krijgers tot middeleeuwse heiligen.
De Chinezen vereerden de draak om zijn kracht, wijsheid en beschermende krachten, terwijl Europeanen het weefden in het weefsel van hun meest epische verhalen, een wezen dat uitgedaagd en overwonnen moest worden.
Ongeacht waar je staat, de draak is ongetwijfeld een machtssymbool dat je op je huid draagt.
De draak is een oerwezen, een heerser over de elementen: aarde, wind, water en vuur. In de Chinese traditie is het drakenseizoen lente, de figuur op het oosten gericht om de zon te ontmoeten wanneer deze opkomt. De Japanse draak, ook bekend als de ryū of tatsu, verschijnt in slangachtige vorm, met een directe band met de heilige goden. Beide culturen geloven dat de draak een krachtige bewaker is voor diegenen die zijn magie zoeken met een zuiver hart en alleen de nobelste intenties.
Over het algemeen afgebeeld in alleen de diepste, rijkste tinten, is het de bedoeling dat een drakentattoo wordt gedragen waar deze kan worden gezien en bewonderd, die de arm of het been omringt of de lengte van de rug omhelst.
De man die de draak wil vieren, is een strijder in hart en nieren, een moderne St. George die, in plaats van de draak te willen verslaan, zijn wijsheid en kracht zoekt.