De Keltische traditie eert de beer als de incarnatie van de Oorspronkelijke Moeder, voor wie we allemaal kinderen zijn en daarom onder haar eeuwige bescherming en begeleiding.
De Kelten volgden een geloof dat was verbonden met de aarde en seizoenen; net zoals de beer wint in winterslaap, zo ging het Keltische volk ook door de koude, kale maanden in rust en bezinning.
Om deze reden is de Keltische beer iemand gaan vertegenwoordigen die diep in contact is met hun eigen innerlijke cycli en transformatiemogelijkheden, die niet bang is om zich terug te trekken en hun bronnen aan te vullen..
De Keltische druïden associeerden de Poolster nauw met de beer, en zagen ernaar uit als een gids door de donkere winterzonnewende, evenals een belofte tijdens de harde schaarsheid. Op dezelfde manier vertaalt de legendarische naam van King Arthur zich in "beer".
Traditionele Keltische beer-tatoeages worden gedragen door mannen die noch de duisternis van de winter noch de dood van het zelf vrezen die niet langer een vruchtbaar doel dienen. Net als de hedendaagse Arthurs, verdragen ze moedig perioden van ontbering en onzekerheid, diep graven in hun innerlijke bronnen om uiteindelijke overvloed te bewerkstelligen.