Kikkers vertegenwoordigen aspecten van spiritualiteit in veel oude culturen. Egyptenaren geloofden dat de kikkergodin Heket verantwoordelijk was voor de vruchtbaarheid.
Ze deed de eerste ademhaling bij pasgeborenen. Voor indianen symboliseerden kikkers verandering en transformatie terwijl ze de link vormden tussen mensen en Moeder Aarde. Voor sommige mensen betekenden kikkers het einde van de winter en het begin van de lente. Ze geloofden dat de laatste sneeuwvlokken van het seizoen in kikkers veranderden.
In Aziatische culturen waren kikkers symbolen van geluk of een veilige reis, omdat de amfibieën worden gelijkgesteld met water. Ze worden ook gezien als een ambassadeur tussen de levenden en de doden. Miniatuurbeeldjes van jaden werden vaak in de mond van overleden dierbaren geplaatst, wat een veilige reis naar het volgende leven verzekerde. Tijdens de Middeleeuwen associëren Europeanen kikkers met heidendom en hekserij. Van de amfibieën werd gedacht dat ze de aanwezigheid van Satan aangeven. Concocted drankjes bevatten gewoonlijk kikkerdelen. Aan de andere kant zagen Keltische culturen kikkers als genezers.
Kikkers kunnen ook wedergeboorte of opstanding voorstellen. In de moderne actualiteiten herinneren velen zich de grappige capriolen die door de Budweiser-kikkers worden geportretteerd. Veel voorkomende tatoeages van kikkers zijn afbeeldingen van Native American Haida. In combinatie met bloempatronen of vleugels symboliseert de kikker vrede, rust of verdraagzaamheid.