Voor de meerderheid van de samenleving op aarde is zwaartekracht gewoon een ander onderdeel van het dagelijks leven. Maar voor klimmers is het een uitdaging. Wandelen is niet genoeg voor bergbeklimmers; ze beantwoorden aan een hogere roeping.
Binnen elk van hen ligt een onverklaarbare drang om hun grenzen verder te verleggen, ruwere, moeilijkere en gevaarlijkere beklimmingen te ondernemen, respect te tonen voor de stekels van Moeder Aarde en super hoog te worden op adrenaline.
Eerst heb je de bovenste liners. Dit zijn de klimmers die niets anders willen dan naar de top te komen, hun lichaam omhoog houden op kleine oneffenheden, scheuren en kloven, en boven alles geloven in de kracht van de menselijke geest en lichaam.
Vervolgens zijn er de boulderers, de technische strijders van klimmen die hun in onmogelijke posities dwingen, zich boven de aarde ophouden zonder touwen, vasthouden aan de kleinste pauze in een gladde rotswand.
Dan zijn er de traditionele klimmers, de buitenbeentjes van de sport die hun vertrouwen stellen in gromets en moeren, de voorbestemde routes van top-ropers verlaten en zich vastzetten aan de rotswand met elke crack die ze kunnen vinden.
Ten slotte zijn er de gratis klimmers, de adrenalineverslaafden die aan de rand van de maatschappij staan en lachen in het aangezicht van gevaar. Deze tovenaars van de natuurkunde beklimmen meerdere velden zonder touwen of veiligheid.
De meeste klimmers beschouwen hun favoriete activiteit niet als een sport, maar als een manier van leven waarin gezondheid, intense lichaamsbeweging en spirituele verbondenheid met de bergen zijn opgenomen die onze aarde zijn vorm geven. Om hun climber-identiteit weer te geven, dragen ze klimtatoeages: de complexe knopen die ze knopen die zorgen voor hun veiligheid, de dunne, maar toch sterke karabiniers die ze vangen wanneer ze vallen, en de prachtige rotsen die hun manier van leven mogelijk maken.