De schedel is al heel lang geassocieerd met vele ideologieën en emoties, vooral onze macabere fascinatie voor sterfelijkheid. Maar zelfs de vroegste oorsprong van het symbool duidt een veel diepere betekenis aan: de schedel was een viering van het leven.
Oude beschavingen hebben vaak het schedelsymbool en de tatoeage geïmplementeerd om "de verandering" in iemands leven aan te duiden, dat wil zeggen, een ontwaken voor de onvermijdelijke weg die het vlees moet volgen.
Veel religies zouden de schedel op verschillende manieren interpreteren. Vroege christenen geloofden dat de schedel de menselijke schulp vertegenwoordigde die achterbleef nadat de ziel vertrokken was, terwijl de Kabbala de schedel als een teken van wedergeboorte en hoop hield bij het overlijden van een geliefde. De nu beroemde geschilderde suikerschedels van Dios de la Muerte (Dag van de Doden) vieren de voortzetting van het leven na de dood; een levendige boodschap dat de festiviteiten niet eindigen, alleen omdat het lichaam dat doet.
Tegenwoordig worden schedeltattoos gedragen in een aantal stijlen en modes, van anatomisch precies tot Gothisch decadent. Velen kiezen voor de schedeltattoo om triomf over de dood of tegenspoed te symboliseren, en rebellie tegenover de regels en hypocrisie van het leven. De schedeltattoo is meer dan alleen een verwijzing naar leven en dood, het is het kenmerk van het vermogen van de drager om de lijn tussen de twee te betreden.
Schoonheid en verval zijn de meest schrijnende toespelingen van de schedel, waarbij de picturale schedel-en-rozencombinatie een krachtige boodschap van goed en kwaad stuurt, een en hetzelfde, een contrast gedragen door gelijke delen. Ongeacht hoe je ervoor kiest om de schedel te interpreteren voor je eigen tattoo-kunst, niemand zal je betekenis verwarren.